Mijn gast, we noemen hem Kurt, komt uit Duitsland. Een man
van begin 60 schat ik. Als hij voor het intakegesprek bij me aan tafel zit,
legt hij mij het doel van zijn bezoek aan Arnhem uit. Zijn broer woont hier een
straat verderop en hij is gekomen om zijn broers afscheid voor te bereiden.
Zijn afscheid van het leven.
Deze broer woont al 30 jaar in Arnhem en is nu terminaal. Je
ziet het niet meteen aan hem maar de ziekte is niet meer te stoppen. Ik zie de
pijn in de ogen van Kurt als hij mij het verhaal verteld. Deze twee dagen probeert
hij nog zoveel mogelijk bij zijn broer te zijn, de volgende keer zal definitief
de laatste keer zijn.
Kurt is blij met de accommodatie. Heel gezellig en sfeervol,
zegt hij. Jammer dat zijn vrouw er nu niet bij is. Mag hij wat foto’s maken van
de woonkamer? Ja hoor, ik vind het al heel fijn dat hij zich zo thuis voelt. Tijdens ons gesprek vraagt hij mij of ik bekend ben met Hospice Rozenheuvel in Rozendaal. Nou en of, dat heeft
meer dan tien jaar in mijn achtertuin gelegen, dat zou een hele fijne plek zijn voor zijn broer om te mogen verblijven.
Het is bijzonder hoe dichtbij zijn verhaal ineens voelt.
Bij het ontbijt zet ik mijn favoriete piano muzieklijst op.
Terwijl ik in de keuken aan het rommelen ben komt Kurt ineens binnen. Die
muziek, zegt hij, weet ik wel van wie dat is? Het is prachtig en geeft helemaal
zijn melancholieke stemming weer. Hij is er helemaal ontdaan van. Ik ken de
componist en Kurt blijkbaar ook. Of ik ook het filmpje ervan heb gezien, vraagt hij dan. Filmpje? Ik
heb geen idee. Kurt zal me de link sturen als hij weer thuis is, hij vindt dat
ik dat moet zien.
Een dag of wat later krijg ik inderdaad een mailtje van Kurt.
Ik bekijk het filmpje en het is prachtig. Dat de muziek bij hem binnenkwam kon
ik me al voorstellen maar nu met de beelden erbij… Een vrouw heeft een meisje
in haar armen en ze doen een soort dans in het water. Alles in het tijdloze zwart wit. Rond en rond gaan ze. Het meisje heeft de ogen gesloten, alle vertrouwen in de handen van haar moeder
gelegd.
Ik bedank Kurt voor het filmpje en mail hem meteen ook een
link van een schilderij waar de beelden mij aan deden denken. Was het hem opgevallen
dat ik schilder? Jazeker, hij had de doeken in de eetkamer wel gezien. Hij
mailt weer terug dat hij op internet wat van mijn werk heeft gevonden en of ik
dat schilderijtje met de drie musjes genaamd ‘familie mus’ nog heb. Nee helaas,
maar ik heb nog wel een roodborstje, het paneeltje staat in mijn eetkamer. Ik stuur een foto, Kurt vindt het prachtig
en wil het dolgraag hebben. Iets tastbaars uit Arnhem, een herinnering die je
wilt koesteren aan een tijd die voorbij gaat.
Het verhaal van Kurt heeft me aan het denken gezet. En ik
zet een schilderij op. Een herinnering die ik wil koesteren, tastbaar gemaakt in verf. Tot leven
gewekt.
(Muziek: Jóhan Jóhannsson ‘Flight from the city’. Schilderij waarnaar ik refereerde: Eugène Carrière ‘Maternité intimité’. Afgebeeld schilderij is van mijn hand.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten