donderdag 30 december 2021

Prijsschieten

 

Vanmorgen zijn we weer ons bed uit geknald. Letterlijk…door een jager die op zo’n 100 meter van onze slaapkamer de overvliegende ganzen te pakken neemt. Regelmatig is het bij zonsopgang raak en als het geknal eindelijk over is zien we een tijdje later hoe het resultaat ervan levenloos door de jager wordt afgevoerd. Volgens mij heet het wildbeheer, maar ik zie hier vooral een oerdrift die een uitweg zoekt. Verpakt als advocaat met bijpassende luxe jeep, dat wel. Waarschijnlijk had hij liever de big five op de korrel genomen maar bij gebrek daaraan dan maar de ganzen. Het lijkt zo zielig maar aan de andere kant krijgen we als familie jaarlijks een bedankje voor de jachtrechten in de vorm van een haas, zo rond de Kerst. En die gaat er altijd wel goed in.

Op zich is het prijsschieten voor de jagers hier want we zitten naast een rustgebied waar ze met wel duizend tegelijk dagelijks overnachten. Tegen de schemering is het een drukte van belang als diverse formaties de landing inzetten en rond het ochtendgloren gebeurt hetzelfde bij de take-off. Ze weten zelfs het geluid van de televisie te overstemmen en vaak zetten we de schuifdeur even open om het concert binnen te laten komen. Niet dat ze ‘s nachts erg stil zijn trouwens, het is een gegak van jewelste. En we genieten er elke dag van.

Op een dag kom ik thuis als de schemering al is ingevallen. Met de fiets aan de hand ploeg ik door het gras naar het boothuis als ik ineens honderden ganzen op het weiland naast ons huis ontwaar. Natuurlijk hebben ze mij al veel eerder in de smiezen maar ik wil ze absoluut niet weg jagen. Ze hebben in de winter hun energie nodig voor andere dingen dan onnodige opstijgacties. Zo geluidloos mogelijk open ik de deur van het boothuis wat nu als fietsenhok dienst doet. Zonder het licht aan te doen parkeer ik mijn fiets op de vlonder. Krampachtig houd ik mijn fietssleutel vast want ik ben als de dood dat ik deze, of nog erger de huissleutel, per ongeluk laat vallen en tussen de planken in het donkere water zie verdwijnen. Maar dat is nog niet gebeurd gelukkig. Misstappen zou ook niet leuk zijn trouwens want dan val je letterlijk tussen wal en schip.

Als ik me weer naar buiten heb gewerkt, sluip ik zo onopvallend mogelijk langs het huis naar de voordeur. Een aantal ganzen zijn er niet gerust op want de kontjes worden naar mij gekeerd en ze waggelen van mij af verder het weiland in. Ik doe mijn best en als het me lukt om binnen te komen voor de paniek toeslaat dan zie ik mijn missie als geslaagd. Eenmaal bij de voordeur is daar de volgende uitdaging want die klemt nogal. Met enige moeite geeft hij uiteindelijk mee als ik mijn hele gewicht er zo geluidloos mogelijk tegenaan gooi.

In het donker doe ik op de tast mijn jas en schoenen uit, vind de kapstok en neem dan de trap naar boven. Door het keukenraam werp ik een blik naar buiten. Ja het is gelukt, ze zitten er nog! Maar net voor ik het lichtknopje bereik, zie ik hoe de autolichten van Lieuwe over het weiland scheren als hij het erf oprijdt. En met een enorm kabaal stijgen honderden ganzen tegelijk op en zetten koers naar hun veilige rustgebied.

dinsdag 2 november 2021

Klits, klats, klander!

 

In onze tijdelijke woning in Friesland staan we zo voor onze eigen uitdagingen. Net terug van vakantie in Spanje valt de temperatuur in huis wel erg tegen. Vocht is ook zo’n dingetje, maar ja, wat wil je als je de helft van je huis met een boot deelt. Het water klotst letterlijk tegen de slaapkamer-, hal- en badkamermuur aan. 

We hebben geen CV maar boven in de woonkamer wel een houtkachel. Meteen in de eerste week van ons verblijf heb ik les gekregen in hout stoken. Dat heb ik nog nooit van m’n leven hoeven doen, of mogen doen, want er was altijd een man die dat alleenrecht had. Zeg maar categorietje barbecueën waarvan legio mannen denken dat alleen zíj dat kunnen. Maar Lieuwe vindt het fijn als hij in een warm huis thuiskomt en hij is een goede docent. Behalve de praktijk krijg ik ook een gedegen theorieles over nat en droog hout, trek, vergassing en knijpen. Intussen hebben we ook nog de badkamer en onszelf verwend met een straalkacheltje zodat er op de slaapverdieping in ieder geval één ruimte is waar je niet staat te bibberen. We komen er wel.

Eigenlijk is er op dit moment nog één uitdaging die op ons wacht; de klander. Je leest het goed, geen typefout, de klander. Het is een beestje dat hoort bij de snuitkeverfamilie en dat klinkt best schattig, maar als je er zo’n 50 à 60 dagelijks van de muur moet plukken dan is het koddige er wel een beetje af. Ik tref ze trouwens net zo goed aan op de tafel en zelfs op mijn krant! Wáár komen ze vandaan? Graan en meel is meestal de bron maar dat is hier nergens. Ook geen vogelvoer of oude zak op zolder voor zover wij weten. Elke dag inspecteer ik met de keukenrol in de aanslag de wanden. Denk ik net klaar te zijn…zit er weer een. Ze blijken van warmte te houden, nou dat kunnen ze krijgen als ik het keukendoekje met de collectie klanders en al in de gloeiende houtkachel gooi. 

Ik probeer me rustig te houden maar het werkt me aardig op de zenuwen. Heb het eerlijk gezegd ook nooit zo op insecten gehad, in ieder geval niet in huis. In een museum op zo'n prikkertje vind ik ze interessant, maar ze moeten niet te monsterlijk zijn. Of op zo'n botanische tekening uit de gouden eeuw, prachtig. Maar van sommige beestjes wil je niet eens wéten dat ze bestaan. Vooral niet te goed je tuin inspecteren, beetje op planthoogte blijven zeg maar, dat is beter voor de gemoedsrust.

Tijdens mijn dagelijkse stofzuigrondje schuif ik een bloempot opzij. Hé, daar ligt veel aarde op de grond zeg… of zoiets. Leesbril op. Nee zeg, klánders! En ze zijn alweer op weg om de huiskamer te veroveren. Maar dat gaat niet gebeuren! Ik zet de stofzuiger erop en gooi de plant naar buiten. Beestjes, ik vind ze prima als ze maar buiten blijven en mijn ruimte respecteren. En nu  maar hopen dat we het ergste hebben gehad.

maandag 27 september 2021

Natuurhuisje

Het is maandagochtend en ik lees nog even dat artikel in de zaterdagkrant. ‘Ook koffie?’ vraagt Lieuwe. ‘Ja graag’, reageer ik. Shit, ik heb me nog niet eens opgemaakt en zit al aan de koffie! De verslapping treedt in, maar we zíjn niet op vakantie…

Dat gevoel hebben we hier wel op onze nieuwe stek. Het is heerlijk rustig, water en weilanden om ons heen, één met de natuur. En alles is anders dan normaal. Dilemma’s als: doen we de houtkachel wel aan of toch niet, we moeten zo nog weg. Dan maar een extra vestje. In de badkamer hoef ik alleen mijn gewicht van links naar rechts te verplaatsen om de hele ruimte te kunnen bereiken. We staan elkaar nooit in de weg want er is maar plaats voor één. Een slaapkamer van ca 7,5 vierkante meter… wanneer had ik die ooit? En die moet ik ook nog delen. In de keuken hoef ik ook maar één stap opzij te zetten om in alle lades en kastjes te kunnen. En elke avond staan we zij aan zij af te wassen, de taken eerlijk verdeeld.  Mijn laptop op tafel geeft aan dat hij wil opstijgen, het is een oudje, maar waar is nou een stopcontact… En stipt om acht uur zitten we voor de tv klaar voor het journaal. Hier geen pauze, terugspoelknop of programma gemist. Vandaar… het vakantiegevoel.

Gisteren heb ik een rondje bos gelopen. Bij het huis hoort namelijk ook een bosje. En een dijk. Hoe bijzonder is dat, je eigen dijk? Het gras op de dijk is gemaaid maar de brandnetels staan al weer vervaarlijk hoog voor mijn korte sokjes. Rechts de oneindigheid van de plas, links, wat lager gelegen, de weilanden bevolkt met grote groepen ganzen en een zilverreiger hier en daar. Als ik ze op honderd meter ben genaderd stijgen ze op als één, deze vreemde vogel kennen ze niet en vertrouwen ze niet. Met een hoop kabaal trekken ze over om uiteindelijk een weiland verder weer neer te strijken.

Het bosje is totaal overwoekerd door kreupelhout en braam. Ooit heb ik er met Lieuwe hout gekapt voor de kachel, dat wil zeggen, ik knipte de langste braamtakken weg om een soort pad te creëren  en hij zette dan uiteindelijk de kettingzaag in de geselecteerde boom. Een heikel avontuur want hoe snel kan je wegkomen in zulke begroeiing als het ‘van onderen’ klinkt?

Bij het bosje hoor ik ineens hard geritsel. Geen muis of vogel, nee hárd geritsel. Iets groots dus. Wat zou het zijn? Een vos, een ree of toch die ene wolf? In ieder geval geen wildzwijn, die zijn meer van de Veluwe. In de namiddag hebben we al een paar keer reetjes het weiland zien betreden. Zo leuk om ze in je achtertuin te hebben. Maar die maken geen enkel geluid over het algemeen. Toch mijn pas maar wat versnellen dan, je weet maar nooit.

Na het bosje volgen er nog een paar weilanden die ik moet kruisen. Geen koeien deze keer, slechts een enkel aangekleed paard. Tijdens een vorige wandeling stuitten we wel op een weiland vol koeien. En prompt begon mijn lief te vertellen over een stier die een boer op de horens had genomen en hoe vaak hij het zelf op een rennen heeft moeten zetten. Van die fijne onderwerpen op zo’n uitgelezen moment. En intussen kwam de ene na de andere nieuwsgierige kop omhoog en begon er een voorwaartse beweging in de groep te ontstaan. Hoe dan ook, het bleek dat ik veel harder kon lopen dan ik voor mogelijk had gehouden.

woensdag 8 september 2021

Next move: Muiden

 

Ondanks het prachtige weer van de laatste dagen heb ik me toch aan de onvermijdelijke klus gezet: inpakken.  Want over een week gaan we verhuizen.

Wat?! Alweer? Ja, alweer. Nu zou je bijna denken dat verhuizen een hobby van ons is maar zo zit het niet helemaal in elkaar. Hoewel ik het idee van een nieuwe start op zich wel altijd omarm. Het is waar dat mijn lief twee jaar geleden naar Joure is verhuisd en dat ik vorig jaar de grote oversteek van Gelderland naar Friesland heb gemaakt. En dan hebben we het nog niet eens over de verhuizingen in de vier jaar daarvoor en het inrichten van La Vista Verde.

Je zou kunnen zeggen dat corona een rol heeft gespeeld in onze beslissing. Geen echt werk meer buitenshuis, een nieuwe woonplaats waar je alleen in je eentje met een kapje op de boodschappen mag doen, dat helpt niet echt om te integreren. En dan het besef dat een groot deel van onze familie, vrienden en kinderen zo ver weg zitten en even langskomen niet van harte gaat (‘in de trein al die uren  een kapje op is geen doen mam…’).

Dus het roer gaat om, en hoe. Van een superhuis aan het water met alle ruimte en rust die je kunt wensen gaan we naar een appartement in de drukte van Muiden onder de rook van Amsterdam. In een nieuwbouwwijk met jonge gezinnen, stellen en singles van alle leeftijden en diverse pluimage, met een paar winkeltjes en een beetje horeca. De snelweg horen we er nèt niet, de vliegtuigen echter wel. Ons blok wordt een bijzondere plek met voornamelijk gelijkgestemden, een soort hofje waar we in ieder geval de tuin en parkeergarage zullen delen. Hoeveel er nog meer gedeeld gaat worden zal de tijd ons leren maar we verwachten er veel van. Nieuwe fase, nieuw avontuur.

Het duurt alleen nog tot volgende zomer voor ons appartement klaar is. En 1 oktober moeten we ons huidige huis uit zijn. Gelukkig hebben we een prachtige oplossing gevonden voor de tussenliggende periode in de vorm van een zomerhuis aan het Tjeukemeer. Het wordt een soort kamperen bij de boer aan het eind van een doodlopend weggetje en vereist enige aanpassing want er is bijvoorbeeld geen CV, nog geen internet of wifi en TV komt niet verder dan de eerste drie kanalen geloof ik. Maar wie heeft TV nodig met zo’n uitzicht over de weilanden, rietvelden en het weidse water? En hoe knus zal het zijn op het kleed voor de knetterende houtkachel? En tijdens de koude nachten vinden we de warmte wel bij elkaar onder de wol. Eens kijken hoe warmbloedig mijn Fries nu eigenlijk is!

Ga ik ons huis missen? Jazeker! Vooral de heerlijke tuin, de prachtige luchten en weerspiegelingen in het water, onze vissen met wel 50 kleintjes die we helaas niet groot zullen zien worden en niet te vergeten onze ganzen. En als ik eerlijk ben ook heel erg… de afwasmachine.

zondag 25 juli 2021

Even niets

In coronatijd gebeurde er soms te weining om over te schrijven. En soms gebeurde er juist veel te veel dat je niet weet waar te beginnen. Dat laatste is ons overkomen dus schrijf ik nu even over het heerlijke niets. Morgen hebben we weer van alles te doen maar dat is voor een volgende blog. 

Het fijne van vakantie is dat je de tijd even kunt vergeten. Althans als je geen familieleden van een vliegveld moet halen of op tijd moet zijn vanwege een coronatijdslot bij attractie of restaurant. Mijn lief is normaliter steevast van het 6-uur journaal en wil ook altijd weten hoe laat het is zodra hij 's ochtends zijn ogen opent wat het gevoel van tijdloosheid niet echt bevordert. Etenstijd bijvoorbeeld zou aangekondigd moeten worden door een rommelende maag en niet door de wijzers van de klok, toch?

Juist op vakantie maakt iemand mij altijd bewust van mijn eigen tijdsbesef; het witte streepje om mijn pols verraadt me. Ik ben altijd van de klok geweest, altijd stipt op tijd of liever nog te vroeg maar zeker nooit te laat. Toen ik op een gegeven moment voor mijn werk op maandagochtend twee uur moest rijden (van Heerenveen naar Nijmegen) en ik bij elke vertraging de volle twee uur in de piepzak zat of ik wel op tijd zou komen, ben ik milder voor mezelf geworden. Vriendinnen, die sinds mijn verhuizing naar Friesland op anderhalf uur afstand wonen, mogen accepteren dat de reis weleens wat langer kan duren dan gepland. En aangezien niemand een te vroeg arriverende gast kan waarderen in onze jachtige tijd, dan liever wat te laat.

Op vakantie probeer ik mijn mobiel te negeren. Even geen appjes, mailtjes of pushberichten en aanbiedingen alsjeblieft. En al helemaal geen reviews! Ik moet toegeven dat het niet helemaal lukt, verre van zelfs. De krant, die mis ik wel, of eigenlijk vooral het gevoel van belangrijke dingen te missen. Maar gelukkig word ik altijd bijgepraat door mijn lief die me op de hoogte houdt, gevraagd en ongevraagd, over coronacijfers in NL, de gekte op de huizenmarkt, wateroverlast in het zuiden maar ook de insectenstand van het land. Ik mis dus niks.

Toch lukte het me tijdens ons recente verblijf in Spanje best om de tijd even te vergeten. En sterker nog, vooral nu we weer thuis zijn. Weliswaar nadat ik mijn agenda ge-update had en de meeste vriendinnen en kinderen zelf op vakantie waren gegaan. Het besef dat niemand iets nodig heeft, geen mensen op de zaak zijn, alleen vakantiegangers in het dorp; heerlijk, dat noem ik vakantie!


woensdag 19 mei 2021

Mist

Het is hoog tijd om de ramen te wassen. Dat gaat bij mij altijd volgens standaard protocol. Ik begin met een borstelbeurt van het huis. Niet met een handvegertje maar met een echte harde bezem op telescoopsteel. Ons huis is namelijk van hout. Als er iets is wat spinnen prettig vinden dan is het wel hout. Behalve onze ramen zitten onze wanden dan ook vol troep. De grote webben zitten wel bij voorkeur op en voor de ramen. In de avond hebben we dan ook altijd goed zicht op het betere trapezewerk van de beestjes als ze de oogst binnen halen. Het is een hele klus om die webben met een bezem te verwijderen. Paradoxaal genoeg is het werk dat ik verricht meestal de volgende dag al teniet gedaan. Maar dan hebben we in ieder geval 'vers vuil'. 

Ramen wassen heb ik eigenlijk nooit goed geleerd. Mijn moeder zei vroeger dat ze vliegen- en spinnenpoep van de ramen moest wassen. Tot in mijn volwassenheid heb ik gedacht dat dat een grapje van haar was, tot ik zelf mijn huishouden ging voeren en niet om de harde werkelijkheid heen kon. 

Studenten wassen geen ramen, althans, dat heb ik nog nooit meegemaakt. Waren mijn ramen niet vies in die tijd? Ik heb werkelijk géén idee, het viel me in ieder geval niet op. Tijdens mijn stage bij interieurzaak De Spits in Rotterdam worden een collega en ik  uitgenodigd om de ramen van de showroom te wassen, aangezien de poets ziek is. Het is mijn première en naar later blijkt ook dat van mijn collega. Met huishoudtrap, emmers en de blijkbaar benodigde gereedschappen togen wij naar buiten. Ik kom erachter dat hoogtevrees al bij de huishoudtrap begint. Halverwege een raam wisselen mijn collega en ik van plaats en mag ik de trap vasthouden en een natte spons aanreiken terwijl mijn collega zich in evenwicht probeert te houden bovenop de hoge trap. Eenmaal alle ramen (stuk of tien, van die enorme lappen!) in de zeep gezet, beginnen we van voren af aan met nu de trekker in de hand. De klus duurt een eeuwigheid maar het is warm, de zon schijnt en we vermaken ons best. 

Aangekomen bij het laatste raam worden we abrupt in onze bezigheid gestoord. Onze baas stormt naar buiten en roept ons toe waar we in vredesnaam mee bezig zijn. Of we even binnen willen komen ja, nu graag! Gedwee lopen we achter onze kokende baas aan. Eenmaal binnen draaien we ons om en zien we de oorzaak van zijn agitatie: we kunnen niet meer naar buiten kijken! Het lijkt wel of er een dichte mist de straat aan het zicht heeft onttrokken. De Spits heeft er nog nooit zo smerig bij gestaan. Het resultaat staat in schril contrast met onze tevredenheid over onze ongebruikelijke noeste arbeid. En de moed zakt ons in de schoenen als we te horen krijgen dat we opnieuw moeten beginnen, en wel heel snel en nu netjes! 

We doen het zo goed en zo kwaad als het gaat. Of uiteindelijk onze baas of wij wat hebben geleerd, dat laten we maar in het midden.

donderdag 8 april 2021

Vijverleed


'Er zit een reiger bij de vijver!' roept Lieuwe op een ochtend. Nee hè, wat nu? 'Zijn de vissen er nog?' We hebben ze bijna twee jaar geleden met zoveel zorg uitgekozen. 'Nou, hij heeft er twee te pakken', zegt Lieuwe stellig. Elke ochtend als we van de trap afkomen werpen we automatisch een blik op de vijver. Vanuit die hoogte kan je er perfect in kijken en, inderdaad, we zien nog maar vier vissen. Totdat een paar dagen later de vijfde vis zich alsnog laat zien. 'Nou, de schade is door de reigeractie beperkt gebleven tot één vis', zegt Lieuwe. Maar ik heb hoop, dankzij mijn niet te beteugelen optimisme. Vorig jaar duurde het ook even voor ze zich alle zes lieten zien, ondanks ons voeren en doorlopende grondige vijverinspectie, dus je weet maar nooit.

Lieuwe heeft zijn zoon aan de telefoon, ook zeer begaan met onze huisdieren, en doet verslag van het drama en dat we nog maar vijf vissen hebben. 'Dat wéét je niet!' roep ik vanuit de woonkamer, 'misschien is ie er nog!' Het blijft een twistpunt, maar wat is een relatie zonder verschil van mening. 

Onze vissen hebben intussen ook een naam gekregen, op basis van uiterlijke kenmerken natuurlijk. We hebben een 'vlekje', een 'streepje', een 'goldie', 'de grote witte' en 'de gevlekte'. En ook een 'minst mooie', de vis die nu ontbreekt. Blijkbaar kan ik me ook in een vis verplaatsen, want ik voel me schuldig. Wellicht hebben we de vis zijn kans op succes in het leven ontnomen door onze stigmatisering.

In ieder geval moet er een reigerafweersysteem komen anders is de vijver zo leeg. Het geavanceerde elektronische piepsysteem blijkt veel te duur. Met een net over de vijver zien we zelf de vissen niet meer. Voor glimmende bollen zijn we niet esoterisch genoeg. Uiteindelijk kiezen we voor een visdraad op hoogte langs en over de vijver gespannen. Die zie je vrijwel niet, eenden en padden kunnen er onderdoor maar het schrikt de reiger wel af. Althans, dat hopen we. Terwijl ik op mijn knieën druk bezig ben met het bevestigen van het draad tel ik weer onbewust de vissen. Zes! Ik tel er zes! Nadat ik mijn 'zie je wel, zíe je wel' feestje heb gevierd bedenk ik me dat deze vis in ieder geval een betere naam verdient. Misschien 'de verlegen' of 'de slimme vis'. Ik houd het op verlegen, het is gewoon een laatbloeier. 

'Roelie, je hebt een reiger gevangen!' hoor ik 's ochtends vroeg uit de tuin. Vanuit de slaapkamer zie ik een reiger half in de vijver, half op de rand. Hij kan geen kant op, heeft zich blijkbaar in één draad weten klem te zetten. Aangezien een reiger zelfs vijverfolie weet lek te prikken vind ik het een hele gedurfde onderneming om het grote dier los te maken. Maar Lieuwe benadert hem behoedzaam en met een handige greep, alsof hij dat dagelijks doet, pakt hij de reiger in één keer zowel bij de nek als zijn vervaarlijke snavel. Alleen lukt het hem niet om het dier te bevrijden. Gewapend met badjas en schaar snel ik de tuin in en schiet de worstelaars te hulp. Na een paar strategische knippen en wat gewriemel is het dier weer vrij en het leed geleden. Op het gras laat Lieuwe de reiger los en een paar versufte secondes later slaat hij zijn gerafelde vleugels uit en verlaat de onheilsplek.

'Die zien we niet meer', is Lieuwes overtuiging. Blijft echter wel de vraag; kwam hij voor of ná de maaltijd vast te zitten? Dat wordt weer vissen tellen de komende tijd... 

dinsdag 23 februari 2021

Lente en vrijheid


Vorige week stonden we nog met z'n allen op het ijs, vandaag zitten we ineens tussen de flierende fluiters in de zon. Krokussen hebben zich van de sneeuw blijkbaar niks aangetrokken en lijken zich met het uur  verder uit te breiden. Mogen we inderdaad al afscheid nemen van die saaie winter? 

Aan het begin vind ik winters wel leuk, wanneer een witte Kerst nog tot de mogelijkheden behoort, maar daarna vind ik ze meestal vooral lang en saai. Ik mis de zon en het fietsen gaat bij regen en gladheid na een paar valpartijen niet meer zo vanzelfsprekend. Daarbij heeft corona nu alles waarmee je het gezellig kon maken ook nog onmogelijk gemaakt.

De warme zon op mijn huid brengt me gek genoeg weer terug naar Elba, het wonderschone eiland waar we vorig jaar na de eerste lockdown naartoe zijn gevlucht. Om een vakantiehuis te ontdekken, te bewonderen en uiteindelijk toch achter te laten voor een andere koper. Maar dat kostte best moeite, zo'n prachtig eiland als het is. Met talloze baaitjes, na elke bocht weer een ander uitzicht, fantastische natuur en heerlijk Italiaans eten. Behalve prachtige ansichtkaartbaaitjes heeft Elba ook nog iets anders: een voormalige gevangenis. De plek heet Forte San Giacomo di Longone en ligt op loopafstand van het plaatsje Porto Azzuro.

Tijdens onze wijn overgoten lunch op een heerlijk terras bij de haven besluiten we ondanks de hitte toch een rondwandeling te wagen. Een prachtig met cactussen omzoomd pad leidt ons langs de grillige kust naar boven waar hoog op de kaap het fort is gesitueerd. We klimmen steeds hoger, het zweet prikt op ons hoofd en het uitzicht wordt met elke bocht spectaculairder. Diep onder ons kijken we dwars door het kristalheldere water tot op de zeebodem en zeilbootjes liggen lui te dobberen in de baai. De zon brandt onverbiddelijk fel en wordt nog eens extra door het water en de rotsen weerkaatst. Weinig genade op deze plek.

Aan de andere kant van de kaap vinden we koelte in de schaduw van een wachttoren hoog boven ons hoofd. De vriendelijke rollen prikkeldraad met scheermesjes sieren de bovenrand van de muur. En er komt een gedachte bij me op. Wat zou je als gevangene ambiëren; het uitzicht vanuit de Bijlmerbajes op beton en staal of deze vakantieromantiek waarbij je vanuit je opsluiting de eindeloze vrijheid van de toerist kunt aanschouwen? Is dat extra confronterend en pijnlijk omdat je er niet bij kunt, alleen verlekkerd naar mag kijken, of geeft dat juist hoop op het leven dat je straks mogelijk nog te wachten staat? 

Vorig jaar kwam het me heel cru over om gedetineerden zo met hun neus op hun vrijheidsbeperking te drukken. Maar na deze winter, en alle coronamaanden daarvoor, denk ik toch dat vooral hoop doet leven. Lente en vrijheid, wees welkom.

zaterdag 6 februari 2021

Droomhuis IV

(Wat vooraf ging: tijdens coronatijd zijn we afgereisd naar ons nieuwe zomerhuis in Spanje om te klussen en het beheer te regelen...)

Na een week hard werken komt onze eerste gast uit NL. Nu móeten we wel gaan genieten van onze werkvakantie in Spanje, maar dat kost natuurlijk geen enkele moeite. We wandelen langs de kust van Benissa over het ecologische pad en volgen de twee miljoen jaarlijkse bezoekers naar Guadelest. Dat ze er nu niet zijn is voor ons een meevaller. We lunchen aan zee, dineren bij Oustau in Altea (onze nieuwe favoriet) en tapassen op ons terras, een gebruik dat we ons heel snel eigen hebben gemaakt. 

In onze omgeving kan je geweldig wandelen en we besluiten om één van de bronnen te gaan ontdekken. Het is heerlijk weer maar aangekomen bij de voet van de Bernia blijkt het pad verder te gaan langs een rivierbedding en verdwijnt in het kreupelhout en in de schaduw. Hmmm, toch maar niet, zolang de zon er is willen we ervan genieten, het is al november tenslotte. Dus kiezen we voor het asfalt en slaan een slingerweg in die steil de berg op gaat. Stilstaan is er nu niet meer bij, de weg is zo steil dat we alleen nog maar door kunnen gaan om niet van de berg te rollen. Hijgend bereiken we eindelijk het hoogste punt en genieten we van het uitzicht. Hierboven zijn er geen huizen meer, alleen rotsen en natuur. Als we verder naar boven kijken dan valt het resultaat van onze klim toch tegen, zo te zien staan we nog steeds aan de voet van het massief. Maar we vinden deze eerste poging wel genoeg voor vandaag en vervolgen de weg weer naar beneden. 

Afdalen heeft trouwens ook z'n voordelen, je zweet niet en je ziet nog eens wat. Het typerende van deze weggetjes tegen de bergflank is dat er maar één entree is en één uitgang, uit veiligheidsoverwegingen. Met de auto is dat prima, maar rondjes lopen is niet helemaal ons idee van een afwisselende wandeling. Via google op de telefoon denken wij een verbinding te hebben ontdekt tussen twee weggetjes maar we stuiten op een ravijn. Aha, dat was dus dat ene streepje op de kaart dat we niet zo goed konden duiden. Aan de overkant zien we het beoogde pad, geheel buiten ons bereik. Het is niet de eerste keer dat onze wandeling bij een barranco strandt, klein verbeterpuntje. Maar het terras van de golfbaan is niet ver en we troosten ons met een verdiende versnapering.

Bij het tuincentrum in de buurt vergapen we ons aan de uitgebreide verzameling vetplanten, palmen en cactussen. Naast potten en planten treffen we er ook de kitch waar je in Nederland over struikelt; half ontklede betonnen dames met eeuwig stromend water uit een kan op schouderhoogte, beelden zoals op Paaseiland maar dan in een handzamer formaat, boeddha’s met een ongezond BMI en we zien zelfs een duplicaat van de dolfijn die bij ons zwembad staat en nog moet worden afgevoerd. Een blik op het prijskaartje doet me besluiten om het beest op marktplaats te zetten in plaats van bij het grof vuil. 

In Polop wordt op zondag rommelmarkt gehouden en we vinden allerlei leuke dingen voor huis en thuis. Naast een stoere Spaanse cowboyhoed scoort Lieuwe een soort primitieve landhak waarmee hij de keiharde grond van onze tuin te lijf wil gaan en ik vind een paar hamamdoeken voor bij het zwembad. Meewarig bekijkt Lieuwe mijn onderhandelingspoging. Met een tientje korting betaal ik volgens hem nog steeds de hoofdprijs terwijl ik me juist een westerse uitbuiter voel. Pingelen is niet aan mij besteed, ik heb dan ook al een spoor van dolgelukkige handelaren achter gelaten in Italië, Israël, Egypte en waar al niet meer.

Eenmaal thuis gekomen blijkt de tas met de afgeprijsde sinaasappelen, die ik de hele middag over de bloedhete markt heb gezeuld, uit mandarijnen te bestaan. Ah, ze leken me ook al wat klein inderdaad. Uitgeperst smaken ze lang niet zo lekker maar vooruit, ze staan heel leuk in de gescoorde antieke fruitschaal. We hebben nog een kleine week om erdoor te komen, dat moet toch lukken. 

Lieuwe haast zich naar de tuin om zijn middeleeuwse tuingereedschap uit te proberen. Het ding is een soort kruising tussen een bijl en een pikhouweel. Uit alle macht zwaait hij het martelwerktuig voor zich in de grond maar aangezien die nog het beste met beton is te vergelijken komt hij niet ver. Het blijft bij een geweldige workout, die echter niet zo goed is voor zijn rug. Behalve de grond hebben ook sommige planten een onderhoudsbeurt nodig. Hier en daar zijn de cactussen over datum, bruin geworden of zelfs afgebroken. Maar het is nog niet zo simpel om ze aan te pakken, letterlijk dan. Dikke stelen van wel meer dan een meter lang vol vlijmscherpe naalden liggen als een stapel Mikado XL stokjes op en door elkaar. Hoe ontwar je zoiets ongehavend? Niet dus. Vanaf het terras aanschouw ik Lieuwe's strijd. Een uurtje later meldt hij zich verslagen voor de tapas en geeft toe: de cactus heeft gewonnen. Mooi, daar hebben we straks een tuinman voor.

Aan het eind van de week moeten we nog haast maken om zowel een beheerder, tuinman als poolboy te strikken. Maar het lukt, en dat is maar goed ook want twee dagen na onze terugkeer in NL krijgen we een verrassend filmpje van onze beheerder. We zien een soort tsunami over ons terras richting de schuifpui spoelen. Een gesprongen waterleiding, ontdekt door de poolboy maar gelukkig adequaat afgehandeld door beheerder Nicolette. Poeh, zonder haar hadden we waarschijnlijk een mega binnenbad gehad met dito waterrekening. 

Wat verrassingen betreft, Lieuwe blijkt nog een paar souvenirs te hebben meegenomen. Terwijl we onze tanden poetsen in de badkamer zit hij voor de zoveelste keer over zijn geïriteerde huid te wrijven. Ik zet mijn leesbril op, ga door mijn knieën en begrijp dan de oorzaak van zijn klacht. En met een pincet trek ik één voor één vijf cactusverstekelingen uit zijn bil.

(La Vista Verde)

zondag 31 januari 2021

Nalatenschap

Als je privé omstandigheden veranderen kan het zinnig zijn om daar ook juridisch wat mee te doen. Mijn lief en ik melden ons bij een notaris voor het opmaken van ons testament. Nou had ik zo'n 25 jaar geleden al een testament laten opmaken. 'Ondertekend door professor Van Mourik, zo zo,' laat onze notaris niet na om op te merken. Net zoals het halve notariaat van Nederland heeft ook zij ooit les van hem gehad. Een charismatische autoriteit, dat was me ook wel bekend. Toch moeten ook deze stukken worden herzien, we zijn tenslotte alweer een heel leven en heel veel levenservaring verder. 

Het zijn niet de leukste dingen om over na te denken, wat er na je overlijden met je nalatenschap moet gebeuren, en we werken ons door de ingewikkelde materie heen. In eerste instantie komen er meer vragen bij dan er lijken te worden beantwoord. Van complex gaat het naar complexer en mijn lief klaagt over dit fantastische verdienmodel. We lezen ons in op het internet, zoeken naar voorbeelden en alternatieven en werken ons door e-mails en voorstellen heen. Maar diverse afspraken en discussies verder ligt er uiteindelijk een concept op tafel en zijn we tevreden met het resultaat.

Op de dag van de ondertekening van de akten wordt onze notaris vervangen door een collega. Zoals dat gangbaar is in notarisland worden de testamenten in een vrije maar niettemin wollige en plechtige samenvatting voorgelezen. Ik vraag me af of het zoeken naar andere woorden niet veel meer tijd kost dan het voorlezen van de letterlijke tekst, maar goed. Even krijgen we het gevoel dat we weer helemaal opnieuw moeten beginnen als hij ons vraagt of dit en dat wel echt onze bedoeling is. Ja alsjeblieft zeg, nu geen twijfel meer gaan zaaien, het was al moeilijk genoeg om tot dit resultaat te komen. We knikken eensgezind en hij gaat gelukkig weer verder met het volgende artikel.

Dan beschrijft hij mijn erfgenamen, '...dat zijn uw drie kinderen'. Drie kinderen! Wat bijzonder, ik ben ineens moeder van drie kinderen. Natuurlijk, ik heb wel drie kinderen gekregen maar zij hebben niet alle drie gelijktijdig geleefd. Sterker nog, wellicht zou het bij twee zijn gebleven als het noodlot niet had toegeslagen. Nog nooit heeft iemand hardop tegen mij gezegd dat ik drie kinderen heb. Een warme golf trekt door mij heen. Mijn lief en ik wisselen een snelle blik uit die de notaris niet ontgaat. Is er iets niet goed? vraagt hij ietwat onzeker. Nee hoor, het klopt wel, geef ik aan. Alleen één kind is al overleden. De notaris is zichtbaar van zijn stuk gebracht, stamelt een excuus en een 'ik wist het niet' en schuift wat met zijn papieren alsof het daarmee ongedaan gemaakt kan worden. 

Maar het geeft allemaal niks. Hij is zich totaal niet bewust van het onverwachte cadeau dat hij mij zojuist heeft gegeven. Dit is mijn enige echte nalatenschap en ik voel me ongelooflijk rijk!


zondag 10 januari 2021

Droomhuis III

Terwijl corona de wereld in zijn greep heeft vliegen wij nog één keer naar Spanje. De vorige keer zijn we tenslotte overhaast vertrokken waarbij we ons vakantiehuis aan haar lot hebben overgelaten. Dat kan niet zo blijven. Verhalen van krakers en plunderaars die huishouden onder de verlaten vakantiehuizen komen ons ter ore en ik slaap er niet beter van. Het is noodzaak om een beheerder aan te stellen die een oogje in het zeil kan houden. Ik doe een oproep in de spaanse facebookgroep en wordt bedolven onder het aanbod.

Als we het vliegtuig instappen proberen we niet te denken aan wat we mogelijk kunnen aantreffen. Een kakkerlakkenplaag, dakpannen afgewaaid, lekkage, ingeregend of inderdaad ongenode gasten? Zelfs de sloten hebben we nog niet kunnen vervangen en wie heeft er eigenlijk nog meer een sleutel behalve de Roemeense klusjesman? Op hoop van zegen.

Zodra we ons straatje inrijden zien we in ieder geval dat het huis er nog staat, zo te zien ongeschonden. De sleutel op het hek past ook nog steeds en hij draait met een grote zwaai open. Alles ziet er perfect uit. Beetje stof naar binnen gewaaid, maar dat kon ook niet anders met de badkamerramen zes weken open. Ook de watermeter laat geen alarmbel rinkelen. Het enige wat ons nu niet aanlokkelijk overkomt is het zwembad: één groene soep.

's Ochtends worden we wakker in een oase van rust. Hoewel, we zijn niet helemaal alleen want de golfbaan wordt nog steeds bespeeld. Laten we zeggen dat vooral de 60 plussers zich hier van hun actieve kant laten zien, al dan niet geholpen met de elektrische golftrolley. En dan bedoel ik niet de golfbuggy, daar is de golfbaan ook van vergeven. Nee, de golftas zelf, ook die wordt elektrisch bestuurd. Moe worden van sjouwen is er niet meer bij. Op ons terras zitten we eerste rang en we genieten van de inspanningen en al dan niet geslaagde resultaten van de senioren. We komen er snel achter dat ons huis in de goede hoek van de golfbaan ligt, wat wil zeggen aan de afslagkant. Aan de overkant weten heel wat golfballen het speciale vangnet te omzeilen en belanden ongewenst in tuin of zwembad. 

Naast de senioren hebben we nog een andere gast op de golfbaan: de hop. Een fantastische vogel met streepjesgewaad en enorme kuif op de kop. Verwoed probeert hij van alles uit het gras te pikken en het is een prachtig schouwspel. Met zijn lange snavel komt hij diep in de grond en doet zich tegoed aan insecten en zelfs kleine reptielen. Nooit eerder zo'n mooie vogel in het wild gezien, een bonus. Eekhoorns zitten achter elkaar aan in onze pinos en zorgen voor vermakelijk spektakel. Aan de tuin moet nog wel wat gebeuren, dat het te lang droog is geweest is eraan af te zien. Maar de meeste planten bestaan uit schijfcactussen, succulenten, yucca, banaan, aloë vera, agave, vetplanten en palmen en hier en daar een paar citrusboompjes. Met de juiste irrigatie moet het wel lukken. Werk aan de winkel dus.

Als we op dag twee bijna thuis zijn van een shopochtend in Altea, zien we een auto met hoge snelheid op ons afkomen. Met een uiterste ruk aan het stuur probeert Lieuwe de schade te beperken maar de appende bestuurder veegt ons zo van de weg. Middels acrobatische toeren weten we heelhuids uit de passagierskant van de auto te kruipen maar het is einde oefening voor onze huurauto: de hele zijkant is ingedeukt en ontzet. De bestuurder blijkt geen vaste woonplaats te hebben momenteel en, oh ja, toevallig ook geen ID. Gelukkig is de Guardia Civil snel ter plaatse en vult het Spaanse schadeformulier (had voor ons ook Chinees kunnen zijn), voor ons in. We zijn in ieder geval heel blij dat we niet met onze eigen auto naar Spanje zijn gekomen. Een uur later komt Paco, die gelukkig Engels spreekt, onze auto ophalen. Lieuwe rijdt met hem mee naar Alicante om een nieuwe huurauto te regelen en krijgt gelijk een spoedcursus Spaanse cultuur. Alle problemen en corona-ellende in dit toerismeland ten spijt overheerst nu de grootste zorg van allemaal: kunnen we straks wel Kerstmis vieren? 

Lieuwe is nog niet klaar met het vervangen van de sloten als de verhuiswagen uit NL voor komt rijden. In een mum van tijd staat onze woonkamer vol. We verdelen de spullen over de kamers en weten dat we vanavond weer in ons eigen bed slapen, hoe onwerkelijk dat ook is. De hele week zijn we druk met shoppen, verven, zagen, boren, uitpakken, omruilen, lijstjes maken, nog meer shoppen, kitten, gordijnen ophangen en schoonmaken. In de Chinamarket lopen we in onze zomeroutfit langs de kerstbomen en rieten rendieren. Ook het gereedschap dat we daar kopen is made in China want het gaat maximaal één klusje mee. De Ikea 30 kilometer verderop blijkt slechts een kantoortje te zijn waar je je bestelling kunt plaatsen. We leren elke dag bij zal ik maar zeggen. 

In de facebookgroep bied ik onze designverlichting aan. Het is geweldig om 's avonds gewoon door te kunnen verven maar aangezien wij niet in een tandartspraktijk willen wonen vervangen we de de lampen met gezellig Hollands licht. In onze favoriete interieurwinkel, waar we intussen vaste klant zijn, krijgen we onenigheid met de eigenaar over de korting op een paar lampen. We laten ons door hem niet beledigen en betalen een paar dagen later met plezier de volle mep in een ander filiaal.

Grof afval schijn je 'gewoon' bij de afvalbakken van de wijk te mogen plaatsen. Dat deze plek meteen als een soort afhaalstation functioneert blijkt wel als we dagelijks de berg zien slinken. Alleen het echte afval waar je niks meer mee kunt blijft liggen voor de wekelijkse ophaaldienst. Ook nu weer zijn we blij met de locatie van ons huis; direct naast de afvalbak lijkt ons eerlijk gezegd ook niet zo leuk.

We doen ons best om ons aan het Spaanse dieet aan te passen, en eigenlijk gaat ons dat vrij moeiteloos af. Onze koelkast raakt gevuld met wijn, kaas, olijven en ham. Wat de aankoop van gedroogde ham betreft, lukraak eentje uitkiezen kan duur uitpakken. De prijsverschillen zijn zelfs groter dan je bij wijn tegen kunt komen en het neusje van de zalm ligt net zo goed bij het kleine supermarktje om de hoek. Bij de kassa kom je daar trouwens wel achter, maar dan is het meestal te laat. 

In de avond zoeken we de horeca op die in Spanje nog gewoon open is en we ontdekken de tentjes en de Verdejo. Met vrienden spreken we af bij Saona in Javea, het restaurantje waar we van de zomer zo enthousiast over waren. Toen konden we nog net een plek bemachtigen terwijl de rij buiten op straat bleef groeien en we lang op onze bestelling moesten wachten. Maar nu is reserveren overbodig want de klandizie loopt vanavond niet verder op dan drie bezette tafeltjes. We hebben met de ondernemers te doen en mogen blij zijn dat ze überhaupt nog open zijn. In Altea en Benidorm zijn de meeste hotels dicht. Het wordt steeds stiller op straat en er wordt een avondklok ingesteld. Wat staat ons nog te wachten... (wordt vervolgd)

(La Vista Verde)