zaterdag 6 februari 2021

Droomhuis IV

(Wat vooraf ging: tijdens coronatijd zijn we afgereisd naar ons nieuwe zomerhuis in Spanje om te klussen en het beheer te regelen...)

Na een week hard werken komt onze eerste gast uit NL. Nu móeten we wel gaan genieten van onze werkvakantie in Spanje, maar dat kost natuurlijk geen enkele moeite. We wandelen langs de kust van Benissa over het ecologische pad en volgen de twee miljoen jaarlijkse bezoekers naar Guadelest. Dat ze er nu niet zijn is voor ons een meevaller. We lunchen aan zee, dineren bij Oustau in Altea (onze nieuwe favoriet) en tapassen op ons terras, een gebruik dat we ons heel snel eigen hebben gemaakt. 

In onze omgeving kan je geweldig wandelen en we besluiten om één van de bronnen te gaan ontdekken. Het is heerlijk weer maar aangekomen bij de voet van de Bernia blijkt het pad verder te gaan langs een rivierbedding en verdwijnt in het kreupelhout en in de schaduw. Hmmm, toch maar niet, zolang de zon er is willen we ervan genieten, het is al november tenslotte. Dus kiezen we voor het asfalt en slaan een slingerweg in die steil de berg op gaat. Stilstaan is er nu niet meer bij, de weg is zo steil dat we alleen nog maar door kunnen gaan om niet van de berg te rollen. Hijgend bereiken we eindelijk het hoogste punt en genieten we van het uitzicht. Hierboven zijn er geen huizen meer, alleen rotsen en natuur. Als we verder naar boven kijken dan valt het resultaat van onze klim toch tegen, zo te zien staan we nog steeds aan de voet van het massief. Maar we vinden deze eerste poging wel genoeg voor vandaag en vervolgen de weg weer naar beneden. 

Afdalen heeft trouwens ook z'n voordelen, je zweet niet en je ziet nog eens wat. Het typerende van deze weggetjes tegen de bergflank is dat er maar één entree is en één uitgang, uit veiligheidsoverwegingen. Met de auto is dat prima, maar rondjes lopen is niet helemaal ons idee van een afwisselende wandeling. Via google op de telefoon denken wij een verbinding te hebben ontdekt tussen twee weggetjes maar we stuiten op een ravijn. Aha, dat was dus dat ene streepje op de kaart dat we niet zo goed konden duiden. Aan de overkant zien we het beoogde pad, geheel buiten ons bereik. Het is niet de eerste keer dat onze wandeling bij een barranco strandt, klein verbeterpuntje. Maar het terras van de golfbaan is niet ver en we troosten ons met een verdiende versnapering.

Bij het tuincentrum in de buurt vergapen we ons aan de uitgebreide verzameling vetplanten, palmen en cactussen. Naast potten en planten treffen we er ook de kitch waar je in Nederland over struikelt; half ontklede betonnen dames met eeuwig stromend water uit een kan op schouderhoogte, beelden zoals op Paaseiland maar dan in een handzamer formaat, boeddha’s met een ongezond BMI en we zien zelfs een duplicaat van de dolfijn die bij ons zwembad staat en nog moet worden afgevoerd. Een blik op het prijskaartje doet me besluiten om het beest op marktplaats te zetten in plaats van bij het grof vuil. 

In Polop wordt op zondag rommelmarkt gehouden en we vinden allerlei leuke dingen voor huis en thuis. Naast een stoere Spaanse cowboyhoed scoort Lieuwe een soort primitieve landhak waarmee hij de keiharde grond van onze tuin te lijf wil gaan en ik vind een paar hamamdoeken voor bij het zwembad. Meewarig bekijkt Lieuwe mijn onderhandelingspoging. Met een tientje korting betaal ik volgens hem nog steeds de hoofdprijs terwijl ik me juist een westerse uitbuiter voel. Pingelen is niet aan mij besteed, ik heb dan ook al een spoor van dolgelukkige handelaren achter gelaten in Italië, Israël, Egypte en waar al niet meer.

Eenmaal thuis gekomen blijkt de tas met de afgeprijsde sinaasappelen, die ik de hele middag over de bloedhete markt heb gezeuld, uit mandarijnen te bestaan. Ah, ze leken me ook al wat klein inderdaad. Uitgeperst smaken ze lang niet zo lekker maar vooruit, ze staan heel leuk in de gescoorde antieke fruitschaal. We hebben nog een kleine week om erdoor te komen, dat moet toch lukken. 

Lieuwe haast zich naar de tuin om zijn middeleeuwse tuingereedschap uit te proberen. Het ding is een soort kruising tussen een bijl en een pikhouweel. Uit alle macht zwaait hij het martelwerktuig voor zich in de grond maar aangezien die nog het beste met beton is te vergelijken komt hij niet ver. Het blijft bij een geweldige workout, die echter niet zo goed is voor zijn rug. Behalve de grond hebben ook sommige planten een onderhoudsbeurt nodig. Hier en daar zijn de cactussen over datum, bruin geworden of zelfs afgebroken. Maar het is nog niet zo simpel om ze aan te pakken, letterlijk dan. Dikke stelen van wel meer dan een meter lang vol vlijmscherpe naalden liggen als een stapel Mikado XL stokjes op en door elkaar. Hoe ontwar je zoiets ongehavend? Niet dus. Vanaf het terras aanschouw ik Lieuwe's strijd. Een uurtje later meldt hij zich verslagen voor de tapas en geeft toe: de cactus heeft gewonnen. Mooi, daar hebben we straks een tuinman voor.

Aan het eind van de week moeten we nog haast maken om zowel een beheerder, tuinman als poolboy te strikken. Maar het lukt, en dat is maar goed ook want twee dagen na onze terugkeer in NL krijgen we een verrassend filmpje van onze beheerder. We zien een soort tsunami over ons terras richting de schuifpui spoelen. Een gesprongen waterleiding, ontdekt door de poolboy maar gelukkig adequaat afgehandeld door beheerder Nicolette. Poeh, zonder haar hadden we waarschijnlijk een mega binnenbad gehad met dito waterrekening. 

Wat verrassingen betreft, Lieuwe blijkt nog een paar souvenirs te hebben meegenomen. Terwijl we onze tanden poetsen in de badkamer zit hij voor de zoveelste keer over zijn geïriteerde huid te wrijven. Ik zet mijn leesbril op, ga door mijn knieën en begrijp dan de oorzaak van zijn klacht. En met een pincet trek ik één voor één vijf cactusverstekelingen uit zijn bil.

(La Vista Verde)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten