maandag 3 oktober 2022

Nieuw thuis

Wat is het hier heerlijk. Met mijn voeten in het water zit ik op de rand van het zwembad, zon op mijn rug. Af en toe gaat een cicade aan en abrupt weer uit, net zo regelmatig als het pompje van het zwembad. We hebben eindelijk vakantie en vieren dat in Spanje.

Wat een rust, we zijn er zo aan toe. In Spanje voelen we ons heel erg thuis. Maar toch voelt het gek deze keer, de eerste keer sinds we in Nederland verhuisd zijn naar weer een andere provincie. De laatste verhuizing voorlopig, echt, we zijn er helemaal klaar mee. 

We hebben zo ongelooflijk veel gedaan de afgelopen maanden. Inpakken, vervoeren, uitpakken, daarnaast een galerie opgericht en ingericht, de eerste exposities gedraaid, nieuwe contacten gelegd en vrienden gemaakt en, oh ja, op de valreep ook nog even getrouwd. Allemaal geweldig leuke dingen maar ook zeer vermoeiend.

In Spanje zitten we op mijn Arnhemse bank, we liggen in mijn Arnhemse bed. De sfeer is ons zo vertrouwd maar thuis is nu toch die andere plek. Althans, dat moet die nog worden. Sinds eind juni wonen we officieel in ons nieuwe appartement in Muiden. We hebben geschilderd, geklust, ingericht, alles weer omgegooid en op sommige wanden zit nu al een vierde verflaag. Meubels komen in delen binnen en elke nieuwe aanwinst heeft weer effect op wat er al staat, ligt of hangt. Complex allemaal. Gelukkig maken we dat proces met nog 34 andere appartementeigenaren mee, ieder op zijn of haar eigen manier en tempo.

'Voelen jullie je al thuis?' wordt ons af en toe vertwijfeld gevraagd. Maar zo snel gaat dat niet. Pas als je hand vanzelf de goede keukenla opentrekt, je weet hoe je in de gang de bocht om moet zonder ergens tegenaan te lopen en je in de wijk blindelings op de afvalcontainer of brievenbus afloopt, dan begin je je thuis te voelen. Routines, daar komt het eigenlijk op neer. Verwachtingen die matchen met de realiteit, zonder zoeken, of dat nou binnenshuis of buiten is.

Gelukkig hoef je daar niet zoveel voor te doen. Het enige wat je daarvoor nodig hebt is... tijd. 

woensdag 18 mei 2022

Barranc del Infern

Vertaald als ravijnhel met 10.000 treden...dat klinkt niet erg aantrekkelijk maar het staat toch op mijn bucketlist. We tuffen met de auto het achterland van de Costa Blanca in. Hoger en hoger gaat het, de weggetjes worden steeds smaller en het uitzicht spectaculairder. Op 850 meter kijken we de diepte van het ravijn in.

Het heeft heel lang geregend en aardverschuivingen hebben delen van de weg weggespoeld. Volgens mijn veel te hoog gegrepen wandelgids is deze route de 'kathedraal der wandelingen'. Het omvat drie ravijnen, zo'n 14 kilometer lopen en 900 meter klimmen. Het is al drie uur, we hebben geen stokken, zonnebrand of eten bij ons, alleen wat koekjes en een half litertje water. Maar we gaan alleen maar even naar het ravijn kijken. Een ingeving doet me besluiten om in Fleix toch een broodje te delen in een cantina met gezellige tl-verlichting. Het blijkt onze redding te zijn. 

De eerste stappen op het pad zijn wat lastig omdat de weg deels is weggespoeld maar we gaan de bocht om en zie daar; een prachtig pad ontvouwt zich. Aan de overkant zien we de duizenden treden de ravijnwand opgaan maar voorlopig zitten we in de afdaling. De eerste treden naar beneden hebben we bereikt en in de brandende zon dalen we af langs bosschages, overhangende rotsen en waterstroompjes. Lager en lager gaat het, er komt geen eind aan. We horen een waterval en met een blik door een natuurlijke rotsboog zien we het water van grote hoogte kletteren op de rotsen in de diepte. Eindelijk bereiken we de bodem van de kloof. Volgens mij kunnen ze niet tellen en hebben we die 10.000 treden nu allang gehad, maar ja, aan de overkant gaat het vrolijk verder. De rivier is een welkome verkoeler. Het water in de normaal droge rivierbedding staat te hoog om door de prachtige kloof verder te wandelen dus we besluiten toch maar omhoog te klimmen. Nog ietsje verder kijken.

Halverwege de klim scheert een helikopter op ooghoogte en topsnelheid dwars door de kloof. We wanen ons in een film alleen blijft de achtervolging helaas uit. Deze kant van het ravijn is heel anders, heel groen en schaduwrijk en we werken ons door een bos heen. In een stroompje vullen we ons flesje. Maar goed ook want eenmaal op de top blijkt de beloofde bron droog te staan. Een eenzame ezel kijkt ons glazig aan. Wellicht is hij de verklaring van de sardientjessmaak van het water uit het lager gelegen stroompje. Hopelijk houden we er niks aan over. 

Intussen zijn we verder gekomen dan voorgenomen en we besluiten nu maar door te gaan. Ik reken snel en denk dat we het net voor het donker halen. Nog twee afdalingen en beklimmingen te gaan en het ging best goed, toch? Het pad blijft alleen niet zoals het was. De traptreden zijn verdwenen en nu is het klauteren geworden. Dan loopt het pad dood. We hebben de keuze tussen een paadje dat het struikgewas ingaat en waar geen doorkomen aan is of een riviertje. Wellicht dat het riviertje zonder al die regen een pad was? We wagen het erop en waden weer tot de enkels door het water. Gelukkig is het de juiste keuze. 

Bij de volgende afdaling zijn de hellingen ineens een stuk steiler en ik durf niet meer naar beneden te kijken. Lieuwe stelt zich op als blindegeleidehond en ik klem me vast aan zijn rugzak, met trillende benen en blik gefixeerd op het pad. Je moet hier echt niet vallen. Sinds de waterval hebben we geen wandelaars meer gezien en dat geeft toch te denken. Teruggaan is geen optie meer en of we het voor het donker halen is nu ook nog maar de vraag. Onze koekjes zijn allang op en het water ook. 'Dit lijkt me wel een goede plek voor de nacht,' grap ik en wijs naar een stal zonder dak wat al lang geleden is verlaten. 

We bereiken het dal van de volgende kloof en het einde lijkt in zicht. Alleen moet ik nu tot boven de knieën door het ijskoude water. Berggeit Lieuwe hopt van het ene naar het andere gladde rotsblok en weet zijn voeten redelijk droog te houden. In ieder geval kunnen we ons flesje weer vullen en zit er geen sardientjessmaak aan. De zon is al achter de bergwand verdwenen en het begint koud te worden. Na een enorme klim waarbij mijn benen hele andere plannen lijken te hebben dan ik staan we voor de laatste kloof. 

Maar goed ook want het water is op, mijn benen zijn volledig verzuurd van de inspanning en ik sta te zwaaien van het vocht en zoutgebrek. Er is wel zout, maar dat zit vastgeplakt op mijn voorhoofd. De laatste klim is eindeloos. 'We hoeven toch zeker niet helemaal daar naar boven?' 'Welnee,' zegt Lieuwe, 'onder die rand daar loopt het pad vast horizontaal'. Maar niet heus dus. Het dorp ligt op drie kilometer maar we kunnen er vanuit onze positie niets van zien. Dat baart me zorgen en ja hoor, we moeten toch de hele berg over. Om de 50 meter houd ik halt, ik kan niet meer. Dan horen we ineens een auto. Met een laatste krachtinspanning sleep ik me naar de weg.

Het is zo goed als donker, alleen de waakhonden zijn nog buiten en steken elkaar aan met hun geblaf. Twee grote honden staan midden op de weg, geen baas te bekennen. Eén sprint op ons af. Ook dat nog, denk ik en probeer in Lieuwes arm te klimmen. 'Deze is wel enthousiast hé,' zeg ik schaapachtig terwijl de hond al blaffend tegen me op blijft springen. Ze ruiken het altijd als je bang voor ze bent. Als we eindelijk de auto bereiken trek ik met een klap de deur voor zijn snuit dicht. Hè, hè, we zitten, wat héérlijk! 

In het donker rijden we door de bergen naar Jalon en om tien uur schuiven we de heerlijkste pizza ooit naar binnen.