maandag 24 februari 2020

Maternité intimité


Mijn gast, we noemen hem Kurt, komt uit Duitsland. Een man van begin 60 schat ik. Als hij voor het intakegesprek bij me aan tafel zit, legt hij mij het doel van zijn bezoek aan Arnhem uit. Zijn broer woont hier een straat verderop en hij is gekomen om zijn broers afscheid voor te bereiden. Zijn afscheid van het leven.

Deze broer woont al 30 jaar in Arnhem en is nu terminaal. Je ziet het niet meteen aan hem maar de ziekte is niet meer te stoppen. Ik zie de pijn in de ogen van Kurt als hij mij het verhaal verteld. Deze twee dagen probeert hij nog zoveel mogelijk bij zijn broer te zijn, de volgende keer zal definitief de laatste keer zijn.

Kurt is blij met de accommodatie. Heel gezellig en sfeervol, zegt hij. Jammer dat zijn vrouw er nu niet bij is. Mag hij wat foto’s maken van de woonkamer? Ja hoor, ik vind het al heel fijn dat hij zich zo thuis voelt. Tijdens ons gesprek vraagt hij mij of ik bekend ben met Hospice Rozenheuvel in Rozendaal. Nou en of, dat heeft meer dan tien jaar in mijn achtertuin gelegen, dat zou een hele fijne plek zijn voor zijn broer om te mogen verblijven. Het is bijzonder hoe dichtbij zijn verhaal ineens voelt.

Bij het ontbijt zet ik mijn favoriete piano muzieklijst op. Terwijl ik in de keuken aan het rommelen ben komt Kurt ineens binnen. Die muziek, zegt hij, weet ik wel van wie dat is? Het is prachtig en geeft helemaal zijn melancholieke stemming weer. Hij is er helemaal ontdaan van. Ik ken de componist en Kurt blijkbaar ook. Of ik ook het filmpje ervan heb gezien, vraagt hij dan. Filmpje? Ik heb geen idee. Kurt zal me de link sturen als hij weer thuis is, hij vindt dat ik dat moet zien.

Een dag of wat later krijg ik inderdaad een mailtje van Kurt. Ik bekijk het filmpje en het is prachtig. Dat de muziek bij hem binnenkwam kon ik me al voorstellen maar nu met de beelden erbij… Een vrouw heeft een meisje in haar armen en ze doen een soort dans in het water. Alles in het tijdloze zwart wit. Rond en rond gaan ze. Het meisje heeft de ogen gesloten, alle vertrouwen in de handen van haar moeder gelegd.

Ik bedank Kurt voor het filmpje en mail hem meteen ook een link van een schilderij waar de beelden mij aan deden denken. Was het hem opgevallen dat ik schilder? Jazeker, hij had de doeken in de eetkamer wel gezien. Hij mailt weer terug dat hij op internet wat van mijn werk heeft gevonden en of ik dat schilderijtje met de drie musjes genaamd ‘familie mus’ nog heb. Nee helaas, maar ik heb nog wel een roodborstje, het paneeltje staat in mijn eetkamer. Ik stuur een foto, Kurt vindt het prachtig en wil het dolgraag hebben. Iets tastbaars uit Arnhem, een herinnering die je wilt koesteren aan een tijd die voorbij gaat.

Het verhaal van Kurt heeft me aan het denken gezet. En ik zet een schilderij op. Een herinnering die ik wil koesteren, tastbaar gemaakt in verf. Tot leven gewekt.

(Muziek: Jóhan Jóhannsson ‘Flight from the city’. Schilderij waarnaar ik refereerde: Eugène Carrière ‘Maternité intimité’. Afgebeeld schilderij is van mijn hand.)



maandag 10 februari 2020

Winterwandeling


We hebben ons voorgenomen om de Slachtemarathon te lopen deze zomer en daarvoor moet getraind worden natuurlijk. Ook al staat er een flinke winterse storm op het programma, we laten ons niet afschrikken en trekken de wandelschoenen aan.

Onder een waterig zonnetje en met een straffe wind in de rug lopen we richting het noorden. Zelfs tijdens zo’n eenvoudig rondje van een kilometer of 20 kan je nog van alles beleven, blijkt maar weer. Halverwege onze tippel houden we halt bij een leuke strandtent in Ibizastijl. In Bergen aan Zee struikel je over dit soort gelegenheden maar hier in Friesland zijn ze redelijk uniek. Ondanks dat het februari is en de zee overigens ver te zoeken, kan je hier zelfs een heerlijk Jacuzzi Arrangement boeken. Met bubbels, uiteraard.

Terwijl wij van koffie en taart genieten, melden er zich een viertal dames dat zich terugtrekt in het toilet om daarna weer giechelend in bikini en badjas tevoorschijn te komen. De jacuzzi staat al naast het meer te dampen, is zelfs wat te heet opgestookt en wordt haastig met een paar emmers ijsblokjes gekoeld. De dames weten hun schouders net onder water te krijgen en hun dag kan niet meer stuk. Als we weer vertrekken maak ik van het bijzondere tafereel nog gauw even een foto, met hun toestemming. Ook in de winter kan je je in Friesland prima vermaken in de buitenlucht.

Onze terugweg is iets minder zonnig en de wind komt nu van voren. Mijn lief krijgt ineens last van zijn teen en ik voel weer die verdraaide blaar op mijn hiel. Het lijkt wel of mijn huid onthoudt waar ooit een blaar gezeten heeft zodat die op cruciale momenten weer tot leven gewekt kan worden. Maar we zetten door, moeten ook wel want een bus rijdt hier niet. We kiezen de route over het grindpad langs het water en verbijten onze pijn.

In het weiland zien we ooievaars, Canadese Brandganzen en natuurlijk schapen. Dan ontstaat er ineens paniek en de schapen stuiven uit elkaar. Op het talud naast de sloot is een schaap omgevallen en ze ligt met vier pootjes omhoog hulpeloos te spartelen. ‘Nog even en dat schaap rolt de sloot in, daar kan je op wachten’, zegt mijn lief. Opstaan lukt het schaap niet meer. Haar vacht is te dik en te zwaar, ze ligt in ‘onmacht’. Het is net een Michelinpoppetje op zijn kant en actie is geboden. Terwijl ik met nog een paar wandelaars toe kijk baant mijn lief zich een weg door het riet, klimt over het hek en beent op het schaap af. Met een ferme ruk aan haar vacht zet hij het arme dier heel behendig weer op de pootjes en als dank sprint ze meteen weg. Op een veilig afstandje draait ze zich om en bekijkt ze samen met de andere schapen haar redder in nood.

Ik voel me net zo’n nitwit als die andere wandelaars. Ze waren al naar naastgelegen boerderij gelopen maar er was niemand thuis. Dus wat kun je dan doen, he? Maar daarin is mijn lief heel duidelijk en hij legt uit; ‘Kijk naar dat erf. Dat is geen boerderij in bedrijf, meer een terrein met wat opslag. Die schapen zijn van iemand die dat weiland huurt en als je niks doet dan gaat dat schaap sowieso dood. Je hebt ook geen idee wanneer de eigenaar weer komt kijken dus je moet dat schaap hoe dan ook helpen.’ Mijn nuchtere Fries. Ik leer elke dag weer wat bij.

Na deze onderbreking nemen we in het volgende idyllische dorp een kijkje bij het restaurant aan de sluis. Er is blijkbaar een begrafenis gaande. Op het terras staat een groep koorzangers hun meerstemmige stuk te repeteren en het klinkt prachtig. Dan horen we hoefgetrappel. ‘Daar komt de kist’, zegt mijn lief want dat ontbrak er inderdaad nog aan. Maar nee, het is een Friese tweespan. Opeens horen we gekletter en zien we dat één van de paarden onderuit gaat op het natte wegdek. ‘Oh wat zielig’, roep ik uit. Maar het paard krabbelt weer op en iets rustiger nu zetten ze hun tocht voort. Terwijl steeds meer genodigden aan komen lopen krijg ik een associatie met de oude film Fanfare die zich in Giethoorn afspeelt toen dat nog pittoresk was. Maar aangezien we hier geen koffie zullen krijgen gaan we weer verder.

De zon heeft nu plaats gemaakt voor stevige regenwolken en mijn jas is zo te voelen niet waterdicht. Mijn lief ziet niets meer door de regen op zijn bril. We slaan een pad in dat dwars door de weilanden voert en hopelijk de kortste weg is naar huis. Met het vooruitzicht op een warm huis, droge kleren en hete koffie werken we ons door de horizontale regen. Deze wandeling was zeker niet saai en in ieder geval heel verfrissend.